Schrijver: Paulus, Silvanus en Timotheüs
Waar geschreven: Korinthe
Geschrift voltooid: ca. 50 n.Chr.
Van Paulus, Silvanus en Timotheüs. Aan de gemeente van de Thessalonicenzen in eendracht met God, de Vader, en de Heer Jezus de Gezalfde.
Ik wens jullie onverdiende goedheid en vrede toe.
Wij danken God altijd als we jullie allemaal in onze gebeden noemen. Want we denken onophoudelijk aan jullie trouwe werk, jullie liefdevolle inzet en jullie volharding door jullie hoop op onze Heer Jezus de Gezalfde in de aanwezigheid van onze God en Vader. God houdt van jullie, broeders, en we weten dat hij jullie heeft uitgekozen, want het goede nieuws dat we prediken, bereikte jullie niet alleen met woorden maar ook met kracht, met heilige geest en met sterke overtuiging. Jullie weten wat voor mensen wij voor jullie zijn geworden toen we bij jullie waren. Jullie volgen ons en de Heer na: jullie hebben het woord onder grote beproevingen aangenomen met de vreugde van de heilige geest. Zo zijn jullie een voorbeeld geworden voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje.
Sterker nog, het woord van Jehovah is dankzij jullie niet alleen in Macedonië en Achaje gehoord, maar jullie geloof in God heeft zich overal verspreid, zodat wij niets hoeven te zeggen. Want ze blijven praten over ons eerste contact met jullie en hoe jullie je afgoden hebben verworpen en je tot God hebben gekeerd om een levende en ware God als slaven te dienen en om uit de hemel zijn Zoon te verwachten, namelijk Jezus, die hij uit de dood heeft opgewekt en die ons redt van het komende oordeel.
Jullie weten zelf, broeders, dat ons bezoek aan jullie niet zonder resultaten is geweest. En zoals jullie bekend is, hebben we daarvóór in Filippi geleden en zijn we vernederd, maar met de hulp van onze God vonden we de vrijmoedigheid om jullie ondanks veel tegenstand het goede nieuws van God te vertellen. De aansporing die we geven is niet gebaseerd op verkeerde ideeën, op onzuivere motieven of op bedrog. Maar omdat God ons heeft goedgekeurd en ons het goede nieuws heeft toevertrouwd, spreken we niet om mensen te behagen maar God, die ons hart onderzoekt.
Jullie weten dat we nooit vleiende woorden hebben gebruikt of ons met hebzuchtige motieven anders hebben voorgedaan. God is getuige! Ook waren we niet uit op eer van mensen, van jullie of van anderen, hoewel we als apostelen van de Gezalfde een financiële last voor jullie hadden kunnen zijn. We zijn bij jullie juist vriendelijk geweest, zoals een zogende moeder die haar eigen kinderen teder verzorgt. We waren zo innig aan jullie gehecht dat we jullie niet alleen het goede nieuws van God wilden geven, maar ook onszelf, omdat we zo veel van jullie zijn gaan houden.
Jullie herinneren je vast wel, broeders, hoe we hebben geploeterd en gezwoegd. We werkten dag en nacht om niemand van jullie op kosten te jagen terwijl we het goede nieuws van God tot jullie predikten. Jullie kunnen getuigen, en ook God, hoe loyaal, rechtvaardig en onberispelijk we ons hebben gedragen tegenover jullie, gelovigen. Jullie weten heel goed dat we elk van jullie bleven aansporen en bemoedigen en instrueren, zoals een vader met zijn kinderen doet, om een leven te leiden dat God waardig is. Hij roept jullie tot zijn Koninkrijk en glorie.
We danken God dan ook onophoudelijk, want toen jullie Gods woord ontvingen, dat jullie van ons te horen kregen, hebben jullie het niet als het woord van mensen aangenomen maar als wat het echt is: het woord van God, dat ook aan het werk is in jullie, gelovigen. Broeders, jullie hebben het voorbeeld gevolgd van Gods gemeenten in Judea, die in eendracht met Jezus de Gezalfde zijn, want jullie hebben door toedoen van jullie eigen landgenoten hetzelfde te lijden gehad als zij door toedoen van de Judeeërs. Die hebben zelfs de Heer Jezus en de profeten gedood en ons vervolgd. Bovendien behagen ze God niet en gaan ze in tegen de belangen van alle mensen, want ze proberen ons te verhinderen tegen mensen uit andere volken te spreken waardoor die gered zouden worden. Zo maken ze altijd de maat van hun zonden vol. Maar zijn woede is ten slotte over hen gekomen.
Broeders, toen we een korte tijd van jullie gescheiden waren (jullie waren uit het oog, niet uit het hart), verlangden we zo naar jullie dat we ons uiterste best hebben gedaan om jullie te zien. Daarom wilden we naar jullie toe komen. Ik, Paulus, heb dat zelfs twee keer geprobeerd. Maar de Tegenstrever heeft het ons belet. Wat is onze hoop of vreugde of kroon van gejuich voor onze Heer Jezus bij zijn aanwezigheid? Dat zijn jullie toch? Jullie zijn inderdaad onze eer en vreugde.
Toen we het niet langer konden uithouden, leek het ons het beste om zelf in Athene achter te blijven. En we hebben Timotheüs gestuurd, onze broeder en Gods dienaar in het goede nieuws over de Gezalfde. Hij moest jullie versterken en jullie aanmoedigen in jullie geloof, zodat niemand door die beproevingen van slag zou raken. Want jullie weten zelf dat we zulke dingen niet kunnen vermijden. Toen we bij jullie waren, zeiden we jullie al van tevoren dat we beproevingen zouden meemaken, en zoals jullie weten is dat ook gebeurd. Daarom heb ik, toen ik het niet langer kon uithouden, iemand gestuurd om te informeren naar jullie trouw. Ik was bang dat de Beproever jullie misschien op de een of andere manier op de proef had gesteld en ons harde werk tevergeefs was geweest.
Maar nu is Timotheüs net weer bij ons terug met het goede nieuws over jullie trouw en liefde. Hij heeft verteld dat jullie nog steeds goede herinneringen aan ons hebben en dat jullie er net zo naar verlangen ons te zien als wij jullie. Daarom, broeders, zijn we in al onze moeilijkheden en ellende gerustgesteld door jullie en door jullie trouw. Want wij leven op als jullie vaststaan in de Heer. Hoe kunnen we God ooit bedanken voor jullie en voor alle vreugde die we dankzij jullie tegenover onze God hebben? Dag en nacht smeken we intens om jullie te mogen zien en om te kunnen aanvullen wat aan jullie geloof ontbreekt.
We bidden dat onze God en Vader zelf en onze Heer Jezus voor ons de weg vrijmaken om bij jullie te komen. En we bidden dat de Heer jullie liefde voor elkaar en voor alle anderen laat groeien en overvloedig laat zijn, net als onze liefde voor jullie, en dat hij jullie hart standvastig maakt, zuiver en heilig voor onze God en Vader bij de aanwezigheid van onze Heer Jezus met al zijn heiligen.
Broeders, jullie hebben van ons geleerd wat je moet doen om te leven zoals God het graag wil. Zo leven jullie ook, maar we vragen jullie dringend in de naam van de Heer Jezus om dat nog meer te doen. Jullie kennen de instructies die we jullie op gezag van de Heer Jezus hebben gegeven.
Want dit is de wil van God: dat jullie heilig zijn en je onthouden van seksuele immoraliteit. Ieder van jullie moet weten hoe hij zijn eigen lichaam moet beheersen in heiligheid en eer. Laat je niet leiden door hebzuchtige, onbeheerste hartstocht zoals de volken die God niet kennen. Niemand mag op dat gebied te ver gaan en misbruik maken van zijn broeder, want Jehovah bestraft al die dingen, zoals we jullie eerder hebben gezegd en nadrukkelijk hebben gewaarschuwd. God heeft ons niet geroepen voor onreinheid maar voor heiligheid. Wie dat naast zich neerlegt, minacht niet een mens maar God, die jullie zijn heilige geest geeft.
Maar over broederlijke liefde hoeven we jullie niet te schrijven, want jullie hebben zelf van God geleerd elkaar lief te hebben. En jullie doen dat al voor alle broeders in heel Macedonië. Maar we vragen jullie dringend, broeders, het nog veel meer te doen. Stel je ten doel rustig te leven, je met je eigen zaken bezig te houden en met je handen te werken, zoals we jullie hebben opgedragen. Dan zullen jullie een fatsoenlijk leven leiden in de ogen van buitenstaanders en niets nodig hebben.
Broeders, we willen niet dat jullie onwetend zijn over degenen die slapen in de dood, zodat jullie niet treuren zoals degenen die geen hoop hebben. Want als we geloven dat Jezus is gestorven en weer is opgestaan, dan moeten we ook geloven dat God de volgelingen van Jezus die slapen in de dood bij hem zal brengen. Dit zeggen we jullie op basis van Jehovah’s woord: wij die in leven blijven tot de aanwezigheid van de Heer, zullen degenen die slapen in de dood in geen geval voorgaan. Want de Heer zelf zal uit de hemel neerdalen met een bevelende roep, met de stem van een aartsengel en met Gods trompet, en dan zullen eerst de gestorven volgelingen van de Gezalfde opstaan. Daarna zullen wij die nog in leven zijn samen met hen in wolken worden weggerukt, de Heer tegemoet in de lucht. Zo zullen we altijd bij de Heer zijn. Blijf elkaar dus met deze woorden troosten.
Broeders, over de tijden en de tijdperken hoeven we jullie niet te schrijven. Want jullie weten zelf heel goed dat Jehovah’s dag precies zo komt als een dief in de nacht. Als ze zeggen: ‘Vrede en veiligheid!’, dan worden ze plotseling getroffen door een onverwachte vernietiging, zoals een zwangere vrouw door weeën, en ze zullen er beslist niet aan ontkomen. Maar jullie, broeders, zijn niet in duisternis, zodat de dag jullie zou kunnen overvallen zoals hij een dief zou overvallen, want jullie zijn allemaal zonen van het licht en zonen van de dag. Wij horen niet bij de nacht of bij de duisternis.
Laten we dus niet doorslapen zoals de rest, maar laten we wakker blijven en ons verstand erbij houden. Want zij die slapen, slapen ’s nachts, en zij die zich bedrinken, zijn ’s nachts dronken. Maar wij die bij de dag horen, moeten ons verstand erbij houden, met geloof en liefde als borstharnas en de hoop op redding als helm. Want God heeft ons niet bestemd voor zijn woede, maar voor redding via onze Heer Jezus de Gezalfde. Hij is voor ons gestorven, zodat wij, of we nu wakker blijven of slapen, samen met hem zouden leven. Blijf elkaar daarom aanmoedigen en opbouwen, zoals jullie trouwens al doen.
Broeders, wij vragen jullie respect te hebben voor degenen die bij jullie hard werken, de leiding hebben in de Heer en raad geven. En geef hun om hun werk buitengewone waardering en liefde. Bewaar de vrede met elkaar. We sporen jullie aan, broeders, om de wanordelijken te waarschuwen, de moedelozen te bemoedigen, de zwakken te ondersteunen en geduldig te zijn met iedereen. Let erop dat niemand kwaad met kwaad vergeldt, maar streef altijd naar wat goed is voor elkaar en voor alle anderen.
Wees altijd verheugd. Bid zonder ophouden. Breng voor alles dank. Dat is Gods wil voor jullie in Jezus de Gezalfde. Doof het vuur van de geest niet uit. Behandel profetieën niet met verachting. Onderzoek alles, houd vast aan wat goed is. Vermijd elke vorm van slechtheid.
Mag de God van vrede zelf jullie volledig heiligen. En broeders, mag jullie geest, ziel en lichaam in elk opzicht zonder gebrek en onberispelijk bewaard zijn bij de aanwezigheid van onze Heer Jezus de Gezalfde. Hij die jullie roept is trouw, en hij zal het zeker doen.
Broeders, blijf voor ons bidden.
Groet alle broeders met een heilige kus.
Ik leg jullie in de naam van de Heer de verplichting op deze brief aan alle broeders te laten voorlezen.
Mag de onverdiende goedheid van onze Heer Jezus de Gezalfde met jullie zijn.
Schrijver: Paulus, Silvanus en Timotheüs
Waar geschreven: Korinthe
Geschrift voltooid: ca. 51 n.Chr.
Van Paulus, Silvanus en Timotheüs. Aan de gemeente van de Thessalonicenzen in eendracht met God, onze Vader, en de Heer Jezus de Gezalfde.
Ik wens jullie onverdiende goedheid en vrede toe van God, de Vader, en van de Heer Jezus de Gezalfde.
Wij moeten God altijd voor jullie danken, broeders. Daar is alle reden toe, want jullie geloof groeit heel sterk en de liefde die jullie allemaal voor elkaar hebben wordt groter. We spreken dan ook vol trots over jullie in de gemeenten van God vanwege jullie volharding en geloof onder alle vervolging en onderdrukking die jullie meemaken. Dat alles bewijst dat God rechtvaardig oordeelt en leidt ertoe dat jullie waardig worden bevonden voor het Koninkrijk van God, waarvoor jullie lijden.
Het is namelijk rechtvaardig van God om degenen die jullie onderdrukken te straffen met onderdrukking. Maar jullie die onderdrukt worden, zullen samen met ons verlichting krijgen bij de openbaring van de Heer Jezus. Dan verschijnt hij vanuit de hemel met zijn krachtige (hemelse) boodschappers in een vlammend vuur en neemt hij wraak op hen die God niet kennen en hen die het goede nieuws over onze Heer Jezus niet gehoorzamen. Zij zullen de gerechtelijke straf van eeuwige vernietiging ondergaan, ver van de Heer en van zijn geweldige kracht. Dat zal gebeuren op de dag dat hij komt om geëerd te worden in verband met zijn heiligen en om bewonderd te worden door iedereen die geloof heeft getoond, en jullie hebben het getuigenis dat we hebben gegeven, in geloof aanvaard.
Daarom bidden we altijd voor jullie dat onze God jullie zijn roeping waardig mag achten en dat hij met zijn kracht al het goede dat hij wil en alle daden van geloof tot een goed einde zal brengen. Dan zal de naam van onze Heer Jezus in jullie geëerd worden en jullie in eendracht met hem, in overeenstemming met de onverdiende goedheid van onze God en van de Heer Jezus de Gezalfde.
Broeders, over de aanwezigheid van onze Heer Jezus de Gezalfde en onze hereniging met hem vragen we jullie je denken niet vlug in de war te laten brengen en niet in paniek te raken door de bewering dat de dag van Jehovah al is aangebroken, of het nu gaat om een geïnspireerde uitspraak, een mondelinge boodschap of een brief die van ons afkomstig lijkt te zijn.
Laat je door niemand misleiden, op geen enkele manier. Want voordat die dag komt, moet eerst nog de geloofsafval komen en moet de mens van wetteloosheid worden geopenbaard, de zoon van vernietiging. Hij verzet zich en verheft zich boven elke zogenaamde god of elk voorwerp van aanbidding, waardoor hij in de tempel van God gaat zitten en zich in het openbaar als een god presenteert. Herinneren jullie je niet dat ik die dingen steeds zei toen ik nog bij jullie was?
En nu weten jullie wat als een barrière werkt waardoor hij pas geopenbaard zal worden als het zijn tijd is. Deze wetteloosheid is in het geheim al aan het werk, maar dat duurt alleen totdat degene die nu als een barrière werkt, niet meer in de weg staat. Want dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heer Jezus zal hem door de geest van zijn mond uit de weg ruimen en door de manifestatie van zijn aanwezigheid uitschakelen. Maar de aanwezigheid van de wetteloze is het werk van de Tegenstrever, met allerlei krachtige werken, leugenachtige tekenen, wonderen en allerlei onrechtvaardig bedrog, bedoeld voor degenen die vernietigd worden. Dat verdienen ze, want ze hebben de liefde voor de waarheid niet aanvaard, wat ze had kunnen redden. Daarom laat God ze misleiden door een bedrieglijke invloed, zodat ze de leugen gaan geloven. Zo zullen ze allemaal geoordeeld worden omdat ze de waarheid niet geloofden maar plezier hadden in onrechtvaardigheid.
Maar we moeten God altijd danken voor jullie, broeders, van wie Jehovah houdt. God heeft jullie vanwege jullie geloof in de waarheid vanaf het begin uitgekozen voor redding door jullie met zijn geest te heiligen. Hij heeft jullie daarvoor geroepen door het goede nieuws dat we bekendmaken, zodat jullie de glorie van onze Heer Jezus de Gezalfde zouden verkrijgen. Broeders, houd daarom stand en houd vast aan de tradities die jullie hebben geleerd, of dat nu door een mondelinge boodschap was of door een brief van ons. Mogen onze Heer Jezus de Gezalfde zelf en God, onze Vader, die ons heeft liefgehad en eeuwige troost en goede hoop heeft gegeven door onverdiende goedheid, jullie aanmoedigen en jullie sterk maken in al het goede dat jullie doen en zeggen.
Tot slot, broeders, blijf voor ons bidden. Bid dat het woord van Jehovah zich snel blijft verspreiden en steeds wordt geprezen, zoals bij jullie, en dat we bevrijd worden van kwaadaardige en slechte mensen, want niet alle mensen hebben geloof. Maar de Heer is trouw, en hij zal jullie sterk maken en jullie beschermen tegen de goddeloze. Bovendien hebben we in de Heer het vertrouwen dat jullie onze instructies opvolgen en dat ook blijven doen. Mag de Heer steeds jullie hart richten op de liefde voor God en op de volharding voor de Gezalfde.
Broeders, in de naam van de Heer Jezus de Gezalfde geven we jullie instructies om je terug te trekken van iedere broeder die zich wanordelijk gedraagt en die niet de traditie volgt die jullie van ons hebben ontvangen. Jullie weten zelf hoe jullie ons horen na te volgen, want we hebben ons bij jullie niet wanordelijk gedragen, en we hebben niemands voedsel gegeten zonder ervoor te betalen. We hebben juist geploeterd en gezwoegd, dag en nacht gewerkt, om niemand van jullie op kosten te jagen. Niet dat we er geen recht op hebben, maar we wilden een voorbeeld voor jullie zijn om na te volgen. Toen we bij jullie waren, hebben we jullie herhaaldelijk deze regel gegeven: ‘Wie niet wil werken, zal ook niet eten.’ Want we horen dat sommigen bij jullie zich wanordelijk gedragen, doordat ze helemaal niet werken maar zich bemoeien met wat hun niet aangaat. Zulke mensen geven we de instructie en aansporing in de Heer Jezus de Gezalfde dat ze rustig moeten werken en zelf de kost moeten verdienen.
En jullie, broeders, doe het goede en geef het niet op. Maar als iemand niet gehoorzaam is aan ons woord via deze brief, houd hem dan getekend en ga niet meer met hem om, zodat hij zich gaat schamen. Bezie hem echter niet als een vijand maar blijf hem raad geven als een broeder.
Ik bid dat de Heer van vrede zelf jullie altijd in elk opzicht vrede geeft. Mag de Heer met jullie allemaal zijn.
Dit is mijn groet, die van Paulus, eigenhandig geschreven. Dat is in elke brief een teken; zo schrijf ik.
Mag de onverdiende goedheid van onze Heer Jezus de Gezalfde met jullie allemaal zijn.