De 'vastgestelde tijden der natiën'

"En Jeruzalem zal door de natiën worden vertrapt totdat de vastgestelde tijd van de natiën voorbij is." (Lukas 21:24b).

Inleiding

De term 'natiën' duidt op de volkeren die geen volgelingen van Jezus zijn en die niet in het nieuwe verbond zijn opgenomen zodat zij eeuwig leven zouden ontvangen. Op hen blijft Gods gramschap rusten zolang zij ongehoorzaam zijn aan Gods gezalfde koning en verlosser.

Analyse

De uitspraak van Jezus in de eerste zin van dit artikel komt uit het verslag van de apostel Lukas. Lukas is de enige van de apostelen die dit gegeven specifiek in de zogenaamde 'synoptische evangeliën' benoemt.

In de Openbaring die door Jezus aan een andere apostel, Johannes, werd gegeven, spreekt Jezus eveneens over het vertrappen of vertreden van Jeruzalem door de natiën. Laten we kijken wat daar staat:

"Er werd mij een rietstengel gegeven die op een staf leek, terwijl hij zei: ‘Sta op en meet het tempelheiligdom van God en het altaar en degenen die hem daarin aanbidden. Maar sla het voorhof buiten het tempelheiligdom over en meet dat niet, want het is aan de natiën gegeven, en ze zullen de heilige stad 42 maanden lang vertrappen." (Openbaring 11:1, 2).

Het Griekse woord dat volgens Strong's Concordance in deze beide schriftgedeelten met 'vertrappen' is vertaald, is het woord 'πατέω' (pateoo). Strong geeft de volgende interpretaties:

- 'vertrappen, verpletteren met de voeten';
- 'vooruitgaan door voet op te zetten, te betreden';
- 'onder de voeten treden, vertrappen, i. e. behandelen met belediging en minachting'.

Het Griekse woord dat volgens Strong's Concordance in Lukas 21:24b is gebruikt en vertaald is met 'bestemde tijd', is het woord 'καιρός' (kairos). Strong geeft hier de volgende toepassingen:

- 'een vaste en bepaalde tijd';
- 'geschikte of seizoensgebonden tijd',
- 'de juiste tijd';
- 'een (beperkte) periode'.

We zien in het laatste geval dus dat we te maken hebben met een vastgestelde, afgemeten, korte periode en het suggereert niet echt dat hier sprake is van 2500 jaar of langer zoals sommige religieuze organisaties en stromingen beweren. In dat geval zouden we eerder spreken van een 'αἰών' (aioon) of 'tijdperk' dat een veel langere periode beslaat.

Naar we kunnen aannemen schreef Lukas zijn verslag in de periode 56-58 n.Chr. in de plaats Cesarea. De Openbaring dateert van het laatste decennium van de eerste eeuw (ca. 94-96 n.Chr.), dus lange tijd nadat Lukas zijn verslag schreef. Lukas was daarom destijds nog niet bekend met het explosieve geschrift dat Openbaring heet en kende de betreffende passage uit de Openbaring niet.

De stad Jeruzalem en haar fysieke tempel

Het tempelheiligdom bevond zich in Jeruzalem tot zijn vernietiging in het jaar 70 A.D. Tot dat moment was het Gods heilige stad. Het lijkt dus alsof Jezus volgens het verslag van Lukas, refereert aan de fysieke stad Jeruzalem. Maar is dat wel echt zo? Of sprak Jezus over de 'stad die echte fundamenten' heeft en 'waar God de ontwerper en bouwer' van is (Hebreeën 11:10) en waar alle profeten naar uitzagen, het 'Nieuwe Jeruzalem'?

Het einde van de aanbidding in de fysieke tempel van de stad Jeruzalem

Toen Jezus bij een waterbron in gesprek raakte met een Samaritaanse vrouw die daar water kwam putten, zei deze vrouw 'dat in Jeruzalem de plek is waar hij (God) aanbeden moet worden.’ Het antwoord dat Jezus gaf duidde erop dat de fysieke tempel in Jeruzalem na verloop van tijd niet meer de plaats zou zijn van de Grote Koning:

"‘Geloof me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie de Vader niet op deze berg en ook niet in Jeruzalem zullen aanbidden. Jullie aanbidden wat jullie niet kennen. Wij aanbidden wat we kennen, want redding begint bij de Joden. Maar er komt een tijd, en die is er al, dat de ware aanbidders de Vader met geest en waarheid zullen aanbidden, want de Vader zoekt mensen die hem zo willen aanbidden. God is een Geest, en wie hem aanbidden, moeten hem met geest en waarheid aanbidden.’" (Johannes 4:21-24).

Jezus en de geestelijke 'tempel van zijn lichaam'

Bij een andere - beroemde - gelegenheid zag Jezus in de tempel verkopers van runderen, schapen en duiven, en de geldwisselaars die daar financieel baat bij hadden. We lezen daar het volgende:

"Hij maakte een zweep van touwen en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij gooide de munten van de geldwisselaars op de grond en keerde hun tafels om. Tegen de duivenverkopers zei hij: ‘Haal dat hier weg! Maak van het huis van mijn Vader geen markt!’ Zijn discipelen herinnerden zich dat er geschreven staat: ‘De ijver voor uw huis zal mij verteren.’ Als reactie daarop zeiden de Joden tegen hem: ‘Welk teken kunt u ons laten zien als bewijs dat u het recht hebt deze dingen te doen?’ Jezus antwoordde: ‘Breek deze tempel af en in drie dagen zal ik hem weer opbouwen.’ ‘Het heeft 46 jaar gekost om deze tempel te bouwen,’ zeiden de Joden, ‘en u gaat hem in drie dagen weer opbouwen?’ Maar hij had het over de tempel van zijn lichaam." (Johannes 2:15-21).

Paulus gaf in zijn brief aan de gemeente in Efeze een zelfde duidelijke beschrijving van deze geestelijke tempel:

"Jullie zijn dus geen vreemdelingen en buitenlanders meer maar medeburgers van de heiligen en leden van het huisgezin van God. Jullie zijn gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Jezus [de] gezalfde zelf de fundament-hoeksteen is. Het hele gebouw, harmonieus samengevoegd, groeit in eendracht met hem uit tot een heilige tempel voor Jehovah. In eendracht met hem worden ook jullie samen opgebouwd tot een plaats waarin God door geest woont." (Efeziërs 2:19-22).

"Weten jullie niet dat jullie zelf Gods tempel zijn en dat de geest van God in jullie woont? Als iemand de tempel van God vernietigt, zal God hem vernietigen. Want de tempel van God is heilig, en jullie zijn die tempel." (1 Korinthiërs 3:16, 17).

De vertreding en de verhoging van de geestelijke 'tempel van zijn lichaam'

De profeet Daniël beschreef zo'n 2500 jaar geleden al de strijd tegen de heiligen, de geestelijke 'tempel van Jezus lichaam'. We lezen daar het volgende:

"Dit zei hij: “Het vierde beest betekent een vierde koninkrijk dat op aarde zal komen. Het zal verschillen van alle andere koninkrijken en het zal de hele aarde verslinden, vertrappen en verbrijzelen. De tien hoorns zijn tien koningen die uit dat koninkrijk zullen opstaan. Na hen zal er nog een ander opstaan, die zal verschillen van de eersten, en hij zal drie koningen vernederen. Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste en hij zal de heiligen van het Opperwezen voortdurend bestoken. Hij zal eropuit zijn tijden en wet te veranderen, en ze zullen in zijn handen worden gegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd. Maar het Gerechtshof hield zitting en ontnam hem zijn heerschappij, en hij werd verdelgd en volledig vernietigd.” (Daniel 7:23-26).

In het gedeelte van Openbaring 11:1 en 2 komen we deze periode van 'een tijd, tijden en een halve tijd' tegen in de vorm van 42 maanden (3,5 jaar of 1260 dagen) waarin de heilige stad door de natiën wordt vertrapt. Deze periode herkennen we. Een periode wijst vooruit naar de nabije toekomst waarin de heiligen zware verdrukking zullen ondergaan van de zijde van de Tegenstrever, zijn heidense wereld en zijn politieke systeem en die we moeten typeren als 'de tijden der natiën'.

Tot Gods ingrijpen zal die 'heilige stad' vertrapt worden gedurende 3,5 jaar. Zoals een Griekse vertaling het ook weergeeft (zie boven) zullen de natiën Gods volk 'onder de voeten treden, vertrappen, i.e. behandelen met belediging en minachting'. De Tegenstrever en Lasteraar zal de nihilisten onder de massa opzwepen zoals hij altijd heeft gedaan:

"De slang spuwde uit zijn bek een rivier van water achter de vrouw aan om haar in de rivier te laten verdrinken. Maar de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond en slokte de rivier op die de draak had uitgespuwd. De draak werd woedend op de vrouw en ging weg om oorlog te voeren tegen de overgeblevenen van haar nageslacht, die zich aan de geboden van God houden en de taak hebben over Jezus te getuigen.” (Openbaring 12:17).

'Water' (wateren, rivieren) in deze context is een afbeelding van de ongehoorzame mensenmassa die gekant is tegen elke vorm van liefde en rechtvaardigheid van Godswege.

"Hij zei tegen me: ‘De wateren die je hebt gezien, [...], betekenen volken, menigten, landen en talen.” (Openbaring 17:15).

De 'heilige stad', het 'Nieuwe Jeruzalem' heeft zich echter gereed gemaakt om met haar bruidegom het 'huwelijk' aan te gaan:

"Hij zei tegen me: ‘Schrijf op: gelukkig zijn degenen die zijn uitgenodigd voor het feestmaal van de bruiloft van het Lam.’" (Openbaring 19:9).

"Ik zag ook de heilige stad, het Nieuwe Jeruzalem, bij God vandaan uit de hemel neerdalen, klaar als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man." (Openbaring 21:2).

"Eén van de zeven engelen met de zeven schalen die vol waren met de zeven laatste plagen, kwam en zei tegen me: ‘Kom, ik zal je de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien.’ Hij bracht me in de kracht van de geest naar een grote, hoge berg en liet me de heilige stad Jeruzalem zien, die bij God vandaan uit de hemel neerdaalde." (Openbaring 21:9, 10).

"Ze (de bruid) mag zich kleden in glanzend, zuiver, fijn linnen — want het fijne linnen staat voor de rechtvaardige daden van de heiligen."(Openbaring 19:8).

Conclusie

De 'tijden der natiën' liggen nu nog in de toekomst en hebben betrekking op de periode waarin het wilde beest de vervolging inzet op ons als 'overgeblevenen van het nageslacht van het zaad van de vrouw'. (Openbaring 12:17).

Als gezalfden en volgelingen van Jezus moeten we op onze hoede zijn en verbintenissen met de wereld vermijden.